dinsdag 4 november 2014

Interstellar (2014)

Score:  8.0 / 10

Ruimtevaart, elke regisseur die vereeuwigd wil worden in de filmannalen waagt er zich wel eens aan. Nadat J.J. Abrams de Star Trek franchise een reboot gaf en James Cameron met Avatar het sci-fi genre de visueel-technische boost bracht die in deze hypermoderne tijden niet kon uitblijven, was het maar een kwestie van tijd alvorens andere "grote" regisseurs ons hun kijk op het universum zouden meegeven. Na een hoogst geanticipeerde maar uiteindelijk behoorlijk flauwe poging van Ridley Scott om ons een nieuwe Alien te brengen met Prometheus in 2012, wou men ons in 2013 de heropleving van de ruimtevaart niet doen vergeten: M. Night Shyamalans After Earth, Joseph Kosinski's Oblivion en Neill Blomkamps Elysium deden alle, met wisselend succes, hun intrede. Ook Ender's Game, Star Trek Into Darkness en Riddick voegden zich, minder origineel, in het rijtje. Onder de radar passeerde dan weer het straffe kleinood Europa Report. Allen verbleekten ze echter bij Alfonso Cuaróns Gravity. Een film die, vooral door zijn technische vernuft, voor het eerst sinds Avatar prompt tot sci-fi klassieker werd omgedoopt. 

Gravity bracht een jaar doodse stilte met zich mee. Ruimtevaartfilms kregen opeens een nieuwe standaard waar men zich schijnbaar niet aan wou meten. Tot nu. Opnieuw een grote naam. Opnieuw een instant klassieker. Christopher Nolans Interstellar werd reeds zijn 2001: A Space Odyssey genoemd in binnen- en buitenlandse pers. Dat zijn grote woorden. En ze zijn niet geheel onterecht. Net als Kubricks meesterwerk, dat het in de eerste plaats van sfeer en cinematografie moet hebben, is ook Nolans jongste een stukje cinema dat een (te) rechtlijnige inhoud schuwt. Nolan is dan ook een Hollywoodregisseur die verschilt van vele van zijn collega's door zijn kijkpubliek nooit te onderschatten. Meer zelfs, een film van Nolan vraagt toch enige inspanning van de kijker. In Interstellar is dat meer zo dan in gelijk welke andere prent uit zijn oeuvre.

Die inspanning loont. De dystopische toekomst die Christopher Nolan en zijn broer en co-scenarist Jonathan schetsen, voelt akelig reëel aan. Geen robots, virussen, asteroïden of aliens die de Aarde overnamen of verwoestten, maar een gestage ecologische teloorgang. Boeren en landbouwers zijn het knelpuntberoep van de toekomst en de geschiedenis wordt herschreven om de bevolking in het gareel te houden, dat is alles wat we te weten komen. Er heerst geen post-apocalyptische sfeer, alleen een berusting in een nieuwe realiteit. Cooper (vertolkt door een, na Dallas Buyers Club en True Detective, alweer verbluffende Matthew McConaughey), een ex-NASA piloot, werkt als maïsteler en probeert zijn beide kinderen en schoonvader te onderhouden in een door stof- en zandstormen getroffen Midwesten. Een uur later bevinden we ons in de ruimte. Meer ga ik niet vertellen omdat het toch alleen maar de kijkervaring zou ondermijnen. Nolan zou het niet anders willen, zoals af te leiden valt uit de eerder cryptische trailers die de ether werden ingestuurd.

Net als in Nolans vorige werk, zijn plottwists een cruciaal aspect van het verhaal. Al moet gezegd dat Interstellar het duidelijk niet moet hebben van deze twists. Wat inhoudelijk interessanter is, zijn de filosofisch-wetenschappelijke assumpties. Of die allemaal realistisch zijn, vraag je beter aan mensen die Albert Einstein, Stephen Hawking en Brian Greene wat beter begrijpen dan ikzelf. Wat de circulaire ondertoon betreft, die van Interstellar een bijna ondoorgrondelijke prent maakt indien je zoekt naar een lineair verhaal, kan ik daarentegen wel zeggen dat er een rationeel-filosofisch draagvlak voor is. Ons hedendaagse (populistische) wetenschapsparadigma houdt zich sterk vast aan lineaire oorzaak-gevolg relaties en de, niet zelden hieruit volgende, paradoxen die men poogt weg te werken. Het theoretische karakter van paradoxen vergeet echter dat in de realiteit zo'n paradoxen vaak irrelevant zijn en we op veel vlakken sowieso circulair denken en daarnaar handelen, zonder enig probleem. Wanneer je de film bekijkt vanuit die filosofische assumptie (je hoeft écht niet thuis te zijn in metafysische ideeën daarvoor), krijg je een mooie ode aan een alternatieve zienswijze (circulariteit) die zich, ironisch doch onvermijdelijk, manifesteert in een lineaire film. Als ik deze alinea evengoed in het Swahili had kunnen schrijven, kan ik u alvast beloven dat de film, zoals ik reeds zei, van u toch enige inspanning zal vragen.

Wat veel dominanter is dan de verhaallijn, is de donkere sfeer die deze keer veel sterker naar voren komt dan in andere Nolan films. In eerste instantie dankzij Hans Zimmer die voor de gelegenheid in Philip Glass modus componeert. Minstens even belangrijk is natuurlijk het visuele aspect. Net als Gravity is Interstellar een cinematografisch pareltje. Hoewel Nolan geen Emmanuel Lubezki in zijn crew had zitten, is het werk dat Hoyte Van Hoytema aflevert, zeker even straf. Wat Lubezki met digitale fotografie deed voor Gravity, weet Van Hoytema met pellicule te doen voor Intersetellar. Niet exact hetzelfde, wel een technisch equivalent. Het gebeurt dan ook meer dan eens dat je vol van ontzag zit te staren naar het scherm. De landschappen van IJsland vormen bovendien de ideale locatie om dat ontzag te maximaliseren naar een staren-met-open-mond houding.

Uiteraard zijn er ook wat minpuntjes. Zo is de doeltreffendheid van het scenario niet zo verbluffend als in Memento, The Prestige, The Dark Knight of Inception. Net zoals The Dark Knight Rises duurt de film ook gewoon te lang. Niet iedereen zal dat zo aanvoelen, maar net geen drie uur is me toch wat te veel van het goede en komt - wat mij betreft althans - te dicht in de buurt bij de vermoeiende hype om films onnodig lang te rekken. Niet dat Interstellar op de zenuwen werkt of verveelt, alleen is de sfeer wel erg duister en de soundtrack wel erg minimalistisch, waardoor je als kijker soms geen adempauze meer krijgt. De robots TARS en CASE zorgen bijvoorbeeld voor de enige humoristische noten tijdens deze epische trip doorheen ons universum en daar had Nolan toch wat minder spaarzaam op mogen zijn.

Daarnaast wordt de cast, op Matthew McConaughey na, zwaar onderbenut. De meeste personages zijn eigenlijk, ondanks de lengte van de film, te oppervlakkig om echt mee te voelen. De relatie tussen Cooper en zijn dochter Murph (Jessica Chastain) is nog net tastbaar, maar met hun zoon / broer Tom (Casey Affleck) en schoonvader / grootvader Donald (John Lithgow) is er al heel wat minder affiniteit. Hetzelfde geldt voor de relatie tussen Amelia (Anna Hathaway) en haar vader dr. Brand (Michael Caine), de eenzame dr. Mann (Matt Damon) en Murphs vriend Getty (Topher Grace). Door het gebrek aan emotionele draagkracht gaan sommige verhaallijnen (minstens gedeeltelijk) de mist in. Het wow-effect is er wel, maar het gebeurt op eerder rationele dan gevoelsmatige wijze.

Dit zijn tekortkomingen waarmee Nolan wel eens vaker te kampen heeft. Soms is het verhaal zó sterk dat je die door de vingers ziet. Bij Interstellar moet je daarentegen al een echte techneut of een fotografie-passionista zijn om er niet over te struikelen. Dat neemt niet weg dat de beleving en sfeer een erg uitzonderlijke filmervaring maken. Dat memorabele gegeven, een film die onder je huid kruipt zeg maar, verantwoordt de instant klassieker status ontegensprekelijk. Alleen zijn instant klassiekers niet noodzakelijk de beste films. Laat het er ons op houden dat Interstellar misschien wel de film van 2014 is waar je niet om heen kan, maar het is alvast niet dé film van 2014.

Trailer INTERSTELLAR

Geen opmerkingen:

Een reactie posten