maandag 23 september 2013

Safety Not Guaranteed (2012)

Score:  8.0 / 10

De debuutfilm van Colin Trevorrow (die binnenkort beter gekend zal staan als de regisseur van de vierde Jurassic Park) is zonder enige twijfel de meest charmante en vertederende 'kleine' film die ik dit jaar reeds zag. Op het Valhalla van de onafhankelijke cinema in de VS, Sundance Film Festival, won de film in 2012 de prijs voor beste scenario van een Amerikaanse film. Zonder enige twijfel een verdienstelijke onderscheiding.

In Safety Not Guaranteed staat Kenneth Calloway (Mark Duplass) centraal. Hij is een eerder vreemde man die een zoekertje in de krant plaatst waarin hij een oproep doet naar zij die met hem mee willen reizen in de tijd, zij het 'safety not guaranteed'. Nadat journalist Jeff (Jake Johnson) aan zijn redacteur weet te verkopen dat er mogelijk een sappig verhaal zit achter deze man, trekt hij met twee stagiairs naar Ocean View om Kenneth op te zoeken. Jeff heeft echter zo zijn eigen bedoelingen om naar Ocean View te trekken en al het werk komt uiteindelijk op de schouders van de stagiairs terecht. Voornamelijk op die van Darius (Aubrey Plaza) die het vertrouwen van Kenneth probeert te winnen zodat hij haar zou toelaten mee te reizen in de tijd.

De premisse van het verhaal is dus vrij simpel, zoals in vele van de kleinere Amerikaanse producties. Het is echter, net als in die vele andere kleinere producties, de manier waarop het verhaal vormgegeven wordt die de film zo goed maakt. Dialogen die meer dan eens de kijkers opvattingen proberen te provoceren, bizarre wendingen in een op het eerste zicht rechttoe-rechtaan verhaal en absurde humor die flirt met zowel cynisme als idealisme. Maar de grootste verdienste van deze film is zijn menselijkheid: de manier waarop de personages initieel worden geportretteerd als karikaturen, doch na verloop van tijd worden ontdaan van deze stereotypen en zich ontplooien tot beminnelijke, zij het ietwat gestoorde, individuen. De film geeft hierdoor een aangename warmte af, een soort aandoenlijke 'kleinmenselijkheid' die we ook kennen van andere films van het producersduo Saraf-Turtletaub, zoals Everything Is Illuminated, Little Miss Sunshine en Our Idiot Brother.

Dat Safety Not Guaranteed meer drijft op personages en dialogen dan op inhoud, stoort zelden echt. Over de inhoud kan je weinig meer zeggen dan dat de film de draak steekt met hopeloos onzinnige pogingen om demarcaties in te voeren tussen normaliteit en abnormaliteit. Die inhoud komt niet helemaal tot zijn recht omdat de prent uiteraard geen psychologische dieptestudie is, maar ze vormt wel een erg boeiende achtergrond om dialogen rond te schrijven en personages tegen te schetsen. Meer dan eens ontstond er ergernis naar de skepptici toe en empathie met de dromers, nog zonder te weten waar het verhaal heen ging of wie van beiden uiteindelijk gelijk zou krijgen. De film weet dat gevoel vast te houden door gevatte dialogen en grappige situatiehumor. Op dat vlak keek Wes Anderson meer dan eens van om de hoek.

Al bij al is dit een heel erg aangename film die nooit de geschiedenisboeken zal ingaan, noch behoort tot de grootse films van de 2010s, maar een prent met een eigen tijdsgeest en een weinig geziene warmte. Safety Not Guaranteed leunt aan bij de geeksploitation cinema, maar staat er toch los van. Het is een film die eerder in het alternatieve circuit zijn weg zal vinden, al dan niet als cult, dan in het canon van "films die je moet gezien hebben voor je sterft" zal opgenomen worden. Maar zeg nu zelf, welke film is dan weer wel van zo'n groot belang?

Een voorsmaakje:








































































donderdag 19 september 2013

Cloud Atlas (2012)

Score:  8.5 / 10

Wanneer Tom Tykwer (o.a. Lola Rennt, Perfume: The Story of a Murderer, The International en 3) samen met Andy en Lana Wachowski (o.a. The Matrix trilogie en Speed Racer) een co-regisseurschap aankondigen voor een komend project, zal je op basis van hun repertoire niet meteen een gat in de lucht springen. Akkoord, Lola Rennt en The Matrix zijn twee heel erg sterke films, maar wie verwacht op basis van hun verdere oeuvre ooit een terugkeer naar deze twee filmpareltjes? Zeker wanneer we beseffen dat The Matrix op heel wat vlakken een rip-off is van de stripreeks The Invisibles, terwijl de twee (mindere) opvolgers het eigen werk vertegenwoordigen van de Wachowski's.

En toch waren mijn verwachtingen hoog gespannen. De Wachowski's hebben namelijk een heerlijk vage en radicale reputatie over zich hangen. Een beetje de enfants terribles van Hollywood, zij het niet in decadente, maar in subversieve zin - ze zijn alles wat Hollywoodregisseurs niet horen te zijn: cameraschuw en compromisloos. Hun geadapteerd scenario voor V for Vendetta is bovendien de aanleiding geweest voor een heuse Fawkes-maskers heropleving via Anonymous en nadien tijdens de Occupy protesten. Tevens zorgde de (stille) gendertransformatie van Larry naar Lana eveneens voor heel wat furore. De Wachowski's hebben daarnaast, onder meer via The Matrix trilogie, een heuse fanbase gecreëerd in het alternatieve circuit en hebben deels hierdoor een ambigu revolutionair aura over hen hangen - niet zozeer voor de arbeidersklasse, maar voor de materieel verzadigde en (hoog) opgeleide jeugd.

Maar wat van dit alles zien we doorsijpelen in Cloud Atlas? Het lijkt namelijk vooral een groots opgezette spektakelfilm met tonnen special effects, make-up en actiescènes. Visueel is het dan ook vooral heel erg Hollywood - een beetje té veel zelfs. Dat was echter ook in al hun andere films zo, zelfs in The Matrix. De conventionele vorm is niet meteen een reden om de inhoud af te schrijven. De Wachowski's zijn tenslotte geeks die ongetwijfeld helemaal opgewonden geraken van nieuwe technologieën die de meest blitse visuals kunnen genereren. Dat ze inhoudelijk daarentegen eerder kiezen voor filosofische en sociaalkritische thema's, komt uitstekend tot zijn recht in deze adaptatie van David Mitchells gelijknamige roman uit 2004.

Omdat Cloud Atlas je op het einde met bakken interpretatieve ruimte laat zitten, is het bovendien de allereerste keer dat ik na het zien van een film toch nog het originele boek wil lezen. Niet zozeer omdat ik verwacht meer duiding te vinden, maar wel omdat de film zodanig fascinerend is dat je meer rond en over de personages wil lezen (alsook wil weten welke dialogen van de Wachowski's zijn en welke van Mitchell) - en een boek blijft toch altijd omvangrijker dan een film. Dat Mitchell zelf heel erg tevreden was met de adaptatie, pleit in het voordeel van de regisseurs en doet mijn nieuwsgierigheid alleen maar toenemen.

Cloud Atlas is zonder enige twijfel de meest intrigerende film die Hollywood heeft uitgebracht (welja, gedistribueerd, want de film werd gemaakt onder de Wachowski's eigen productiehuis Anarchos Productions/Pictures) in 2012. Het is dan ook schandalig dat de film integraal overzien werd bij de Academy Awards, zeker wat betreft 'beste originele score' (misschien wel de beste soundtrack van het jaar!), 'beste geadapteerde scenario' en 'beste make-up' - op louter filmisch vlak de drie grootste verdiensten van Cloud Atlas. Misschien was de film te veel een 'love it or hate it' prent, zeker omdat je nooit echte duidelijkheid krijgt inzake de intenties die de regisseurs in de film staken (zoals Lana Wachowski zelf zei: "What we find is that the most interesting art is open to a spectrum of interpretation.") De ruimte voor speculatie en interpretatie is dan ook, zoals gezegd, enorm. Je kan uren discussiëren over talloze van de filosofische boutades die de film rijk is, de assumpties die in de verbondenheid tussen de verhalen schuilen en het spirituele, radicale en symbolische potentieel van de film en zijn personages.

Het commerciële trucje werpt in die zin vruchten af: de film werd enorm opgeblazen en het ambitieuze karakter van de regisseurs ging op het megalomane af (cf. de vijf minuten durende trailer), waardoor menig filmliefhebber het voordeel van de twijfel gaf en nadien meteen aan het herkauwen ging (het internet staat er bomvol van, zelfs heuse schema's werden ter verduidelijking opgesteld, zoals deze en deze). Marketingsgewijs kon hun stunt dus wel tellen. Zes verhalen werden aangekondigd; sci-fi actie, avontuur, komedie, tragedie, historisch drama en thriller all in one. De cast was groots (o.a. Tom Hanks, Halle Barry, Jim Broadbent, Hugo Weaving, Jim Sturgess, Ben Whishaw, Keith David, Susan Sarandon en Hugh Grant) en bovendien controversieel: al deze acteurs namen namelijk drie tot zes rollen op zich - sommigen nagenoeg onherkenbaar. Hiermee bewandelden de regisseurs het pad dat Mitchell zelf reeds had gesuggereerd: reïncarnatie van de ziel. Hoewel de 'centrale' ziel van de film nooit reïncarneert in dezelfde acteur, zijn ongeveer alle acteurs in elke van de zes tijdsperiodes (1849, 1936, 1973, 2012, 2144 en 106 winters na De Val) opnieuw aanwezig. Dit new agey gegeven is echter nooit storend en het gegeven dat vele filmrecensenten hierover struikelden, werd terecht door de Wachowski's aangeklaagd als het onvermogen van critici om over iets te berichten wat ze niet kunnen of willen vatten, waardoor ze het dus maar gratuit afbreken. Ambiguïteit leidt bij sommige mensen vanzelf tot ergernis, terwijl het net het ultieme theoretische gegeven is voor vrij-denken - jammer.

Dat deze film zo open staat voor reflectie, een diep ambigu karakter heeft en frequent heel erg thought-provoking is, zij het op een populistische en eerder vulgariserende wijze, is ongetwijfeld dé sterkte van de prent. Het lijkt me ongepast op alle mogelijke interpretaties in te gaan, zowel inhoudelijke als meta-observaties, omdat dit de gedachten te veel zou kunnen sturen en het minder interessant maakt een open discussie over te voeren. Ik raad werkelijk iedereen aan om Cloud Atlas te bekijken en vooral zelf over de film na te denken. Indien je daar geen zin in hebt, kan je hem evengoed op je af laten komen en genieten van een darwinesk historisch drama, een bohémien tragedie, een politieke thriller, een koldereske komedie, een revolutionaire sci-fi actiefilm en een post-apocalyptisch avontuur. Verwacht geen diepe karakterstudies of filmische revelaties, maar een onderhouden, zij het ultravage prent vol intrigerende dialogen.

Een voorsmaakje:








































































maandag 9 september 2013

Stoker (2013)

Score:  8.0 / 10

Eén van de films waar ik tot nog toe het meest naar uitkeek dit jaar, was Stoker. Dit had twee redenen. Ten eerste is Chan-wook Park één van de boeiendste regisseurs uit Zuid-Korea. Films als Sympathy for Mr. Vengeance, Sympathy for Lady Vengeance en het fenomenale Oldboy werden allen erg lovend onthaald en hebben hem een stevig fanpubliek opgeleverd in het Westen. In Three... Extremes en Thirst bewees hij tevens een regisseur te zijn die de techniek van suggestieve spanning beheerste als geen ander. Wanneer zijn eerste Amerikaanse film dan een thriller blijkt te zijn, schept dat hoge verwachtingen. Ten tweede was het geleden van Little Children dat ik nog zo'n intrigerende trailer zag. Het gebeurt zelden, maar heel soms is een trailer zodanig goed, dat je er met plezier opnieuw en opnieuw blijft naar kijken - ook nadat je de film zelf gezien hebt. Zo dus ook met Stoker.

Wanneer je een trailer talloze malen bekeken hebt voordat je de film bekijkt, wordt het torenhoge vooruitzicht op de film echter amper nog haalbaar. Net als bij Little Children kon ook Stoker hier niet aan ontsnappen. Ik verwachtte gewoon té veel. Dat buiten beschouwing gelaten, is dit cinematografisch één van de sterkste Hollywoodprenten van het jaar. Dat Park een estheet is, wisten we al door zijn voorgaande prenten, maar hier laat hij zich van zijn sterkste kant zien. Interpretatieve shots, relatief weinig dialogen (in Hollywoodnormen) en veel beeldtaal - exact wat het hart van menig cinefiel sneller doet slaan. De klankband is bovendien niet alleen voorzien van een knappe soundtrack, met Verdi's Il Trovatore in de hoofdrol, maar weet perfect de grimmige stemming te zetten door audiovisuele perfectie te creëren in de geluidsmontage. Ja, het is weinig Hollywoodfilms gegeven tegenwoordig...

De ontgoocheling zat hem echter in de verhaallijn. Voor een film die een suggestieve trailer meegeeft en hiermee lijkt te anticiperen op een psychologisch drama gecombineerd met een thriller vol plotwendingen, valt de personageontwikkeling en uiteindelijke ontknoping dik tegen. Hoewel Nicole Kidman, Matthew Goode en Mia Wasikowska allen sterk staan te acteren, moet de sfeerschepping - zoals gezegd - voornamelijk komen van beeldtaal en klankband. Er lijkt niet echt veel diepgang in de personages te zitten en de (weinige) achtergrond die van hen geschetst wordt, heeft meer weg van een onuitgewerkte opvulling dan van een doordachte vertelstijl. Dat dit uiteindelijk leidt naar een relatief zwakke plot, die eveneens dienst had kunnen doen in een mindere Dexter-aflevering, is erg te betreuren.

Deze tegenvaller is, volgens mij, te verklaren door het zwakke scenario van de film. In alle eerder vermelde films van Park schreef hij zelf de scripts, maar nu hij zijn intrede in Hollywood maakte, was het vooral zijn regie die gewenst was en niet zijn schrijven. Dat werd namelijk overgelaten aan Wentworth Miller, u weet wel, de getatoeëerde protagonist uit Prison Break. Het was meteen ook zijn debuut als scenarist - iets wat kan verklaren waarom de film een gebrek aan personageontwikkeling en een weinig verrassende plot had. Op basis van Stoker zal hij in alle geval geen grote naam worden in het wereldje van de filmschrijvers.

Het eindresultaat is een onderhouden film die zowel visueel als auditief een genot voor oog en oor is, maar de verwachtingen niet kan inlossen. Het is een film die met kop en schouders boven alle andere Hollywood-output staat en alleen daarom al de moeite loont om te bekijken. Dat het nooit zo intrigerend wordt als in de trailer, is iets wat je de regisseur dan ook makkelijk vergeeft. Wie daarentegen een akelige psycho-thriller verwacht à la het betere Hitchcock werk, zal een beetje bedrogen uitkomen - hoewel de poging ongetwijfeld tot de beste behoort van de laatste jaren.

Een voorsmaakje:








































































donderdag 5 september 2013

Now You See Me (2013)

Score:  7.0 / 10

Blockbuster nummer drie op anderhalve week tijd. Net als Elysium en Oz the Great and Powerful zal deze film geen mijlpaal worden in de filmgeschiedenis. Entertainment? Ja, alweer. Met Louis Leterrier kan het ook moeilijk anders, zijn voorgaande films (o.a. The Transporter 2, The Incredible Hulk en Clash of the Titans) getuigen niet meteen van een hoogstaand niveau. Als je daarnaast in zee gaat met dezelfde scenarist die ook Dirty Dancing: Havana Nights en Prince of Persia: The Sands of Time van een script voorzag, hoeft het alvast niet gezegd dat de verwachtingen niet bepaald hoog lagen. En toch... Na het zien van de trailer was er toch enige hoop op een onderhouden film. Die hoop kwam uit. Niet dat de film daarmee ooit het niveau van The Prestige of The Illusionist haalt, maar het was leuk entertainment waar enkele interessante analogieën in zaten.

Het verhaal zelf is daarentegen relatief conventioneel. Vier goochelaars worden op mysterieuze wijze tezamen gebracht en zijn een jaar later over heel de wereld bekend als The Four Horseman. De film pikt in op het moment dat ze beginnen aan hun drie grote shows die hen een plaatsje in de geschiedenisboeken moet opleveren. Wat is de bedoeling van dit alles? En wat drijft de goochelaars? Het is rond deze vragen dat de film zijn narratief opbouwt en anticipeert op een heuse plottwist. Dat die niet integraal bevredigt, moet je er maar bij nemen. We krijgen daarnaast een heuse cast geserveerd met aangename verschijningen van Mark Ruffalo, Woody Harrelson, Mélanie Laurent, Morgan Freeman en Michael Caine. Uiteraard zijn er dan nog de chick magnets Jesse Eisenberg die, net als altijd, het acteerwerk van een arrogante neuroot niet overstijgt (het lijkt alsof heel zijn carrière Zuckerberg 2.0 aan het worden is) en Dave Franco (broertje van). Ook voor rapper Common is een rolletje weggelegd en - volgens de credits althans - zou Elias Koteas te zien geweest zijn in de film (maar ik zal wel "too close" gekeken hebben, want ik heb hem nergens zien verschijnen). Acteursgewijs is het over het algemeen een leuke cast, maar er is niemand die hier in de rol van zijn of haar leven staat te spelen.

Blijft dus over: de interessante analogieën. Twee zijn alvast het vermelden waard. De eerste analogie was ongetwijfeld een bewuste keuze van de schrijvers. In een klimaat waar banken het volk beroven, slaat het Robin Hood-idee namelijk weer helemaal aan (als in: er valt, ironisch genoeg, geld mee te verdienen). The Four Horseman treden hier op als de emanaties van deze gedachte. Zelfs hun eigen manager, de miljonair Arthur Tressler, moet eraan geloven. Geen vriendjespolitiek dus; het geld van de rijken gaat terug naar de armen, punt. Het is een analogie die goed werkt, maar - zoals met nagenoeg elke Hollywoodfilm - op het einde als een kaartenhuisje in elkaar stort. The Four Horseman lijken in de eerste plaats gemotiveerd te zijn door hun eigen belang (ook al werken ze samen om het te bekomen) en het grote geld dient niet om meer rechtvaardigheid te bekomen, maar om een persoonlijke vendetta uit te vechten. Dat het potentieel subversieve karakter in eigen land daarnaast volledig om zeep geholpen werd door een samenwerking tussen Kinepolis en BNP Paribas Fortis, werd duidelijk uit deze marketingstunt. "Zo snel mogelijk alles pakken en... pakke! pakke!" Los van het ludieke karakter van dergelijke stunt, wordt het idee van het geld weghalen bij de rijken om het (terug) te geven aan de armen volledig afgevlakt. De bank (BNP Paribas Fortis in dit geval) zelf smijt namelijk met geld en de reactie is er geen van rechtvaardigheid (zoals het publiek in de tweede akte van de film), maar van geldgewin ("pakke! pakke!"). Dat entertainment en ideologische propaganda danig verward wordt, bewijst eens te meer dat het aloude 'brood en spelen' nog steeds een erg krachtig middel is om volgzaamheid te bekomen...

Het falen van de eerste analogie, maakt van de tweede analogie een boeiendere. Het valt sterk te betwijfelen of deze er in zat als bewust statement, dan wel als een toevallige interessante verhaallijn zonder meer. Het betreft het personage van Thaddeus Bradley, de debunker. Voor zij die zo'n beetje de hedendaagse pogingen van onze eigen debunkers gevolgd hebben (niet zelden gecentreerd rond SKEPP), is de analogie verbazend treffend. Een pompeuze en zelfingenomen Thaddeus haalt zijn bevrediging uit het demystifiëren en ridiculiseren van illusies, magie en andere goochelarij. Niet zozeer om geldgewin (althans, niet alleen), maar vooral omwille van reputatie en imago. Dat hij hiermee mensen voortdurend het gevoel geeft naïef en dom te zijn en hier en daar zelfs een mensenleven kapot maakt, is uiteraard bijzaak.

Ik wil de furie van de lichtgeraakte SKEPP'ers uiteraard niet over mij krijgen, dus wil ik nuanceren dat SKEPP handelt uit nobele doelen: charlatans hun wanpraktijken doorprikken en kwakzalvers van een finaal argument voorzien, niet zelden met de expliciete bedoeling deze mensen hun broodwinning te ontnemen (wat niet altijd onterecht is, gezien de manier waarop ze deze verwerven: door bedriegen en beliegen). So far, so good. Dergelijke motivatie zien we bij Thaddeus nergens terugkomen en hierin is de analogie dan ook onterecht. Maar... We hoeven hier niet opnieuw te argumenteren dat SKEPP stilaan haar eigen dogma aan het creëren is, waardoor niet alleen een verpletterend naïeve houding ontstaat ten aanzien van machtsverhoudingen en economische belangen (farma-industrie, ggo-industrie,...), maar tevens een nietsontziende bekeringsdrang ontstaat. Dit laatste vindt plaats in de media, in het onderwijs, in de beleidsagenda en - uiteraard - in de wetenschappelijke wereld. Het is het willen debunken van nagenoeg alle vormen van spiritualiteit en geloof, alsook het propageren van atheïsme (ongeacht de consequenties) en tot slot het willen uitschakelen van alternatieve zienswijzen die niet evidence-based zijn of gefalsifieerd kunnen worden - het is blijkbaar onmogelijk dat deze van enige maatschappelijke waarde kunnen zijn. Hierin komt SKEPP perfect overeen met de pedante Thaddeus die geen moer geeft om de menselijke nood om te willen geloven in iets, om niet alles ontrafeld en geanalyseerd te hoeven zien. Deze analogie is erg treffend en ik betwijfel of de scenaristen ze erin staken om een lijn te trekken met de atheïstische Dawkins-lobby in de VS. De lezing van Thaddeus' overeenkomsten met SKEPP is dus interpretatief, maar daarom niet minder betekenisvol.

Deze twee analogieën maken van de film een relatief intrigerende prent. Zeker omdat het meest menselijke personage uit de film, Alma Dray, beide analogieën open laat voor interpretatie en zelfs bijval. Tegenover de Robin Hoods neemt ze een ambigue positie in en besluit ze, nochtans als Interpol agente, geen verdere actie te ondernemen - zo erg is het dus niet om te stelen van banken, miljonairs en multinationals. Tegenover Thaddeus neemt ze een veel menselijkere positie in. Zo zegt ze op het einde dat niet alles geweten hoeft te zijn en dat je soms gewoon "a leap of faith" moet durven nemen. En hoewel een wetenschapper ongetwijfeld de schoonheid (zelfs spiritualiteit) van de wereld ervaart door ze te onttoveren, is dat bij het grootste deel van de mensen niet zo. De bekeringsdrang van Thaddeus, alsook SKEPP, wordt gedebunkt door het meest menselijke personage van de film - is dat niet fantastisch en zegt dat tevens niets over de menselijkheid van SKEPP'ers?

Los van deze boeiende analogieën is Now You See Me vooral veel entertainment, een overload aan special effects, een flinke dosis humor en soms een onverwachte wending. Al bij al is het een leuke film met een actuele tijdsgeest. Aan te raden voor zij die ontspanning zoeken, af te raden voor zij die diepgang zoeken. Aan te raden voor zij die vatbaar zijn voor interpretaties zoals hierboven, af te raden voor SKEPP'ers (want Thaddeus is alvast niet de winnaar van het verhaal).

Een voorsmaakje:








































































maandag 2 september 2013

Oz the Great and Powerful (2013)

Score:  6.0 / 10

Zo nu en dan sta ik mijzelf toe een blockbuster te bekijken waarvan ik op voorhand reeds weet dat hij geen potten zal breken. Dat doe ik niet (alleen) omdat in 0,01% van de gevallen die blockbuster toch van een hoger niveau blijkt te zijn dan verwacht, maar (vooral) om mee te zijn met wat dezer dagen zoal scoort aan de kassa's - als filmliefhebber wil ik namelijk niet vervreemden van de tijdsgeest in Tinseltown. Onder het motto "je kan het goede niet waarderen zonder het banale te appreciëren", begon ik dan ook aan Oz the Great and Powerful.

Ik poog niettemin om in mijn kassucces-keuzes steeds het beste te halen uit het aanbod. Zo zal in de categorie "films gemikt op een kinderpubliek" een film als Oz the Great and Powerful voorrang krijgen op een film als Jack the Giant Slayer, omdat ik Sam Raimi een boeiender cineast vind (in Hollywood-termen) dan Bryan Singer. Hoewel deze laatste ook degelijk vertier bracht met onder andere de eerste twee X-Men films (en uiteraard bekendheid vergaarde met het fenomenale The Usual Suspects), heb ik de indruk dat Raimi net dat ietsje minder conventioneel is. Daarbij, om het innerlijke kind in jezelf los te laten, zit je beter bij een regisseur die zichzelf wat minder serieus neemt en hier en daar wat b-film allusies maakt, dan bij een meer stereotype Hollywoodregisseur. Zij die Raimi reeds volgen sinds de Evil Dead trilogie en uit hun dak gingen bij het verschijnen van Drag Me to Hell, begrijpen wat ik bedoel (hoewel deze film kwa opzet en stijl ongetwijfeld meer zal appelleren aan de fans van Raimi's Spider-Man trilogie).

De keuze bleek een goede te zijn. Het kind in mij was tevreden. Visueel was het allemaal heel erg betoverend, de personages waren stuk voor stuk leuk om te aanschouwen en het fantasierijke verhaal te Oz leverde een dolle rit op die 6-tot-12-jarigen over een decennia of twee mogelijk zullen typeren als "jeugdsentiment". Bovendien kan deze film rekenen op de goedkeuring van ouders en filmliefhebbers, want Raimi voorziet in een net iets complexere moraal dan we van Disney gewoon zijn ('de slechte' en 'de goeie' blijken relatief te zijn) en geeft daarnaast een sterke zwart-wit aftrap in 4:3 (wat kinderen toch meteen iets gevoeliger maakt voor de evolutie in filmtechniek). Als kers op de taart zit de film vol knipogen naar de boeken van L. Frank Baum en de bekendste film adaptatie, The Wizard of Oz, uit 1939.

Hoewel dat natuurlijk allemaal erg mooi is voor kinderen (evenals de innerlijke kinderen), is de bevrediging voor de cinefiel in mij - zoals te verwachten was - afwezig. Ten eerste zijn er de gatlelijke 3D effecten. Een film kijken in HD op een HDTV staat momenteel garant voor de allerbeste wijze om te genieten van optimale beeldkwaliteit. Zeker bij een film als dit, waar de CGI's van het scherm druipen. Waarom, oh waarom, moeten er dan om de vijf minuten van die walgelijke 3D effecten inzitten die enkel en alleen tot hun recht komen wanneer je met een achterlijk brilletje voor een retedure 3DTV zit? De elfendertigste vlinder of gevleugelde baviaan die naar je toe vliegt, is écht niet schattig of beangstigend, alleen maar vre-se-lijk irritant. Ik hoop echt dat die 3D industrie failliet gaat, vergeten wordt, kapot bekritiseerd wordt en bovendien dat iedereen die zijn of haar tijd ermee verdoet, binnen enkele jaren inziet wat voor een geretardeerde carrièrekeuze zij of hij gemaakt heeft. Ja, kwaad word ik ervan.

Ten tweede is het als kind ongetwijfeld geweldig om zeer expressieve acteurs aan het werk te zien (dat meen ik mij toch te herinneren uit films als The NeverEnding Story, Hook en Jumanji), maar eens je je - op oudere leeftijd - bewuster bent van de mens achter de acteur, is dat niet meer charmant of magisch en breekt het alleen maar de filmische illusie. Dat is volgens mij één van de redenen waarom sommige films zo geweldig kunnen zijn als je ze ziet als kind, maar op latere leeftijd meestal niet meer zijn dan wat nostalgisch sentiment. In Oz is het acteerwerk van James Franco, Mila Kunis en Rachel Weisz té theatraal en dat is iets waar de cinefiel in mij niet op zit te wachten. Integendeel, want het weerhoudt je ervan om je echt 'aanwezig' te voelen in de fantasierijke wereld die de film probeert op te schetsen.

Ten slotte is het verhaal te oppervlakkig en op vele vlakken onuitgewerkt. Dat kan veel te maken hebben met de premisse (de film speelt zich namelijk af twintig jaar voor de aanvang van het eerste boek), maar het is vooral een excuus om een vervolgfilm te legitimeren (die er overigens ook komt, zoals Disney reeds liet weten). Als kind heb je daar vermoedelijk weinig last van en kan het uitkijken naar een sequel zelfs leuk zijn. Wie daarentegen een uitgewerkte en ietwat integere film wil zien, zit verkeerd bij Oz, want na een erg sterke, Burtoneske begingeneriek (inclusief soundtrack van Danny Elfman), gaat het niveau van de film pijlsnel naar beneden - ondanks dat de spetterende climax wel wat goed maakt.

Dit is ongetwijfeld de leukste kinderfilm die ik in lange tijd gezien heb. Het is dan ook het kind in mij dat me ten volle deed genieten van Oz en me daarnaast het simplistische entertainment-gehalte deed relativeren. Het is tevens dat kind dat aan iedereen oproept om de film een kans te geven. De cinefiel in mij oordeelt hier echter anders over. Hij erkent de waarde voor de (innerlijke) kinderen onder ons, maar wil weinig weten van enige filmische appreciatie. Voor de cinefiel zijn er namelijk genoeg kinderfilms die een veel hoger niveau aanhouden, zoals Stardust, We Bought a Zoo en Bridge to Terabithia.

Een voorsmaakje: