maandag 3 maart 2014

Filmjaar 2013: Amerikaanse cinema

De opzet: geen lijstje?!
Louter een lijstje maken, zou volstrekt oninteressant zijn zonder enige toelichting. Daarom wil ik dat dit jaar eens niet doen - iets wat voor een lijstjesneuroot als ikzelf hevig onderdrukt moest worden. Ik wil liever te werk gaan door het filmjaar 2013 in drie op te delen - in elk van de drie categorieën worden dan de vijf beste films belicht aan de hand van afbeeldingen doorheen de tekst (om toch weer minilijstjes te introduceren) en uitgebreide overzichten van alle films die ik binnen die categorie zag. Om dat te doen gebruik ik de materiële verdeling die reeds voorhanden is: aangezien het ca. fifty-fifty is wat Amerikaanse en niet-Amerikaanse filmreleases betreft, zijn dat al twee categorieën die apart kunnen behandeld worden. De derde categorie is de kleinste en misschien wel meest interessante voor liefhebbers van minder bekende cinema: films die in 2013 geen reguliere release gekend hebben. Dit is de minst evidente en bovendien ook de minst complete categorie - om daar een zicht op te krijgen, zou ik nog een drietal maanden extra moeten investeren in het zien van onuitgebrachte films uit 2013. Tot slot wil ik nog vermelden dat dit overzicht geen documentaires en kortfilms behandelt, gewoon omdat ik daar niet toe gekomen ben.

Deel I: Amerikaanse cinema
Van alle Amerikaanse films die bij ons in 2013 een release kenden, zag ik zo'n ruime 40%. Ik zal er meteen bij zeggen dat de blockbusters World War Z, White House Down, We're the Millers, Thor: The Dark World, The Smurfs 2, Percy Jackson: Sea of Monsters, Pacific Rim, Oblivion, Man of Steel, Iron Man 3, The Heat, Hansel & Gretel: Witch Hunters, The Hangover Part III, Grown Ups 2, A Good Day to Die Hard, G.I. Joe: Retaliation, Fast & Furious 6, Cloudy with a Chance of Meatballs 2 en After Earth daar niet toe behoren. Dat is niet louter omdat ik die films niet wil bekijken of omdat ik geloof dat ze de moeite niet lonen - de voornaamste reden heeft gewoon te maken met het stellen van prioriteiten in relatie tot de tijd die voorhanden is. Die films laten me in eerste instantie namelijk grotendeels koud en stonden daardoor laag op de kijklijst. Hetzelfde kan gezegd worden over de kleinere kassuccessen Pitch Perfect, Flight, Hitchcock, Warm Bodies, Kick-Ass 2, Byzantium, Red 2, Pain & Gain, The Butler, Olympus Has Fallen, Riddick, Gangster Squad, The Man with the Iron Fists, Ender's Game, Movie 43, Escape Plan, Dead Man Down, This Is 40, The Last Stand, The Family, Thanks for Sharing, jOBS en Bullet to the Head - allen films die ik bewust links laten liggen heb. Om de reeks volledig te maken en zo'n beetje een idee te geven welke Amerikaanse producties we over ons heen kregen, hier nog een exhaustieve opsomming van de overige releases die ik niet zag: The Words, Fire with Fire, Hummingbird, Catch .44, The Iceman, Love and Fungi, Stolen, Alex Cross, Deadfall, House at the End of the Street, Playing for Keeps, Here Comes the Boom, Gambit, Beautiful Creatures, The Last Exorcism Part II, Crush, Identity Thief, The Host, Snitch, Safe Haven, 21 & Over, Parental Guidance, The Big Wedding, Scary Movie V, The Haunting in Connecticut 2: Ghosts of Georgia, Love and Honor, The Internship, The Frozen Ground, R.I.P.D., Texas Chainsaw 3D, Girl Most Likely, 2 Guns, Planes, The Mortal Instruments: City of Bones, Insidious 2, Paranoia, Broken City, Parker, A Haunted House, Runner Runner, Last Vegas, Battle of the Year, Make Your Move, Walking with Dinosaurs 3D, Free Birds en Delivery Man. Zoals je kan zien, is de disproportionaliteit ten aanzien van alle andere landen hallucinant - de VS zijn dan ook altijd zwaar oververtegenwoordigd in onze zalen. "America, fuck yeah!", zeker?
 
Met enige vertraging (want eigenlijk zijn het films van 2012) konden we de Oscar bait van de Academy Awards 2013 bekijken in het eerste kwartaal van 2013. Net zoals dat gaat met Oscar bait, waren de meeste films hiervan vreselijk overroepen en was het meer de publiciteitsmachines die hun werk deden dan wat anders. Het hevig bejubelde Silver Linings Playbook was zo één van die films (David O. Russells nieuwe film, American Hustle, speelt sinds kort bij ons in de zalen en was opnieuw Oscar bait, zonder succes deze keer) - al bij al veel te traditioneel om echt indruk na te laten. Of wat te denken van het afschuwelijke Les Misérables? Een film die onbedoeld héél erg grappig was (als in: uitlach-grappig), maar na een half uur toch vooral enorm begon te ergeren. Bovendien had ik de hele film lang een wrang gevoel bij het gratuit uitbuiten van het huidige opstandige tijdperk: wat in Europa gebeurde rond 1848, gebeurde de voorbije jaren op globale schaal. Hoewel Les Misérables zich afspeelt tussen 1815 en 1832, is de teneur duidelijk gelijkaardig. In plaats van iets te doen met Victor Hugo's inzichten en nog steeds actuele boek, kiest Tom Hooper voor een verpletterend commerciële en simplistische adaptatie die meer oog heeft voor entertainment dan wat anders. Toen in de woelige jaren zestig en zeventig van de 20ste eeuw Amerikaanse musicals uitkwamen, waren die veel meer onderhevig aan de rebelse tijdsgeest (cf. Sweet Charity of Jesus Christ Superstar). Les Misérables is daarentegen irritant entertainment voor een generatie die al begint te janken wanneer een (liefst onaantrekkelijke of zeer jonge) Got Talent kandidaat I Dreamed a Dream begint te kwelen... Zonde.

Meer van die zwaar overschatte Oscar bait was te vinden bij Lincoln en Zero Dark Thirty. Twee films die uitpuilen van het Amerikaanse patriottisme en voor de rest weinig nieuws toe te voegen hebben. In Lincoln wordt de kijker meegenomen naar de moeilijke politieke strijd die Abraham Lincoln voerde om de slavernij af te schaffen. Wat de film eigenlijk vooral doet, is van meet af aan politiek opportunisme legitimeren en huichelachtige diplomatieke spelletjes afbeelden als een onvermijdelijke fact of life. Het is een (totaal misplaatste) ode aan de Westerse politici die dag in dag uit verbaal strijden voor rechtvaardigheid met als centrale referentiepunt de bewonderenswaardige Lincoln. Steven Spielberg is in dat opzicht vermoedelijk één van de meest voorspelbare Amerikaanse regisseurs aller tijden en met Lincoln voegt hij werkelijk niets toe aan zijn oeuvre. Daniel Day-Lewis is dan ook de enige reden om deze film te bekijken. Eenzelfde verhaaltje kan opgezet worden voor Zero Dark Thirty. De moedige CIA die zich bezighoudt met de bescherming van het vaderland en het toch heel erg moeilijk krijgt wanneer de eerste Obama regering hun martelpraktijken aan banden legt - wat jammer nou! Het is unilaterale cinema waarin sociale en culturele context geen rol spelen, waarin karakterstudie volstrekt verwaarloosd wordt en waarin we een soort van beknopte versie krijgen van de tv-serie Homeland, maar dan pakken minder interessant. Dat een sterke, ambitieuze vrouw het hoofdpersonage is en de regisseur eveneens vrouwelijk is, toont bovendien aan dat het zo bejubelde feminisme van de film niet meer is dan misplaatst geschreeuw van zelfverklaarde feministes die het prototypische mannelijke denkpatroon als hun hoogste doel beschouwen. Zowel Lincoln als Zero Dark Thirty zijn verschrikkelijk stereotype en vervelend conventionele films die de Amerikaanse propagandamachine op het Europese kijkpubliek afvuurt.

Twee Oscar baits waren dan weer wél de moeite. Ten eerste Django Unchained, een mindere Tarantino over all, doch nog steeds een stevige prent die een wraakverhaal weet in te kleden zonder moraliserend te zijn (Tarantino's postmoderne nihilisme is steeds zichtbaarder aan het worden). Ten tweede The Master, de meest recente film van Paul Thomas Anderson. Als meester van beklijvende karakterstudies weet hij ook in The Master weer het onderste uit de kan te halen bij zijn acteurs, in dit geval Joaquin Phoenix en Philip Seymour Hoffman. Als er één film al het gejubel waard was in 2013, was het deze wel. Voor wie de begenadigde Hoffman nog eens wil zien schitteren in een prachtrol, is The Master dan ook een must-see film.

De grote blockbusters uit 2013 die ik wel bekeek, bleken erg wisselvallig te zijn - van enkele draken van films tot moderne klassiekers. Aan The Wolverine, Turbo, Star Trek Into Darkness en Epic ga ik niet te veel woorden vuil maken, ze zijn de tijd niet waard. Over Oz the Great and Powerful, Now You See Me, Gravity en Elysium schreef ik reeds. Ik wil daarover enkel nog kwijt dat Gravity een cinema-ervaring was waarvan ik denk dat deze nooit zal kunnen waargemaakt worden in de woonkamer. Hoewel ik de film technisch en visueel adembenemend vond, is de tijd steeds meer een negatieve invloed aan het uitoefenen op mijn initiële oordeel: hoe langer ik er over nadenk, hoe meer ik vermoed dat de positieve waardering van de film een momentopname was - een revisie zal uitwijzen of Gravity mijn euforie waard was. Op vlak van Amerikaanse animatiefilms was het dit jaar niet veel soeps, ook al moet ik toegeven dat het innerlijke kind in mij erg tevreden was met Monsters University, Despicable Me 2, Frozen en The Croods. Het zijn geen van allen films die een even diepe indruk nalieten als pakweg het fenomenale Rango, maar ze amuseerden net zoals Toy Story 3, Tangled en How to Train Your Dragon dat de voorbije jaren deden. Het gebeurt overigens niet veel dat sequels beter zijn dan de originele films, maar zowel Monsters University als Despicable Me 2 kregen het toch voor elkaar.

Dé verrassing van 2013 op vlak van blockbusters, was zonder enige twijfel The Lone Ranger (die volledig onterecht de Razzie won voor Worst Rip-off). Gore Verbinski heeft met deze absurde western een nieuwe film aan zijn oeuvre toegevoegd die de Pirates-trilogie waardig is. Johnny Depp speelt overigens geen doorslagje van Jack Sparrow, zoals wel eens beweerd wordt. Tonto is een geheel nieuw typetje dat zich mag meten met Jack Sparrow, Willy Wonka en Sweeney Todd. De Mad Hatter (Jack Sparrow meets Willy Wonka) en Barnabas Collins (een doorslagje van Sweeney Todd) zijn de rollen waarop hij gerust mag afgerekend worden, maar ik zie niet in waarom Tonto hier ook bij zou horen. Verbinski is niet bang om absurde, onverklaarbare elementen in zijn films te brengen waardoor hij het conventionele patroon van avonturenfilms weet te doorbreken. Een wit paard dat steeds optreedt als deus ex machina? Kannibalistische konijnen die een tintje horror toevoegen? Wanneer je een film als The Lone Ranger begint te bekijken zonder enige verwachtingen, zorgen de soundtrack (met veel Pokey LaFarge!), een uitstekende Johnny Depp, de vermelde absurde elementen en de finale achtervolgingsscène voor één grote adrenalinerit die door geen enkele andere Hollywoodfilm geëvenaard werd in 2013. De minpuntjes (zoals de weinig bijzondere Armie Hammer) overzie je dan al makkelijk. Ander episch vermaak kwam van The Hobbit: The Desolation of Smaug, maar omdat dit voor zowel Tolkienfans als cinefielen vloeken in de kerk is, hou ik het gewoon bij guilty pleasure van het jaar. Ik heb dan ook niet één argument om de film te verdedigen, alleen dat ik heel de Midden-Aarde exploitatie slik als zoete broodjes. Zélfs de totaal ongeloofwaardige zatte elfen, de dwergen die na bijna zes uur cinema nog steeds even vlak zijn en de zinloze love story tussen Legolas en Tauriel. De andere blockbuster sequel waar iedereen verplicht mee geconfronteerd werd in het straatbeeld, was The Hunger Games: Catching Fire. Hoewel ik niet echt een liefhebber ben van deze franchise, stoort ze me pakken minder dan het hele Twilight gedoe. In The Hunger Games krijg je toch nog íets van diepgang tussen alle bombast door - in de tweede film misschien zelfs nog net iets meer dan in de eerste. Alleen erg jammer dat de volgende twee luiken het zullen moeten stellen zonder Hoffman - hij was dé toegevoegde waarde van deze tweede Hunger Games...

Nog drie blockbusters die het aanhalen waard zijn, zijn The Great Gatsby, The Conjuring en Captain Phillips. In het geval van The Great Gatsby omdat de film me, in tegenstelling tot wat ik gehoopt had en met Romeo + Juliet en Moulin Rouge! nog steeds in het achterhoofd, nogal op mijn honger heeft laten zitten. De kitsch was ditmaal te dominant (ja, zélfs na Moulin Rouge!) en inhoudelijk had het allemaal weinig om het lijf. Wanneer het om zo'n klassieker in de Amerikaanse literatuur gaat, had ik toch verwacht een wat subversievere film te zien - binnen de mate van het mogelijke uiteraard. Jammer genoeg werd het een film waarin de soundtrack en de exuberante beeldtaal de overhand haalden, en die was net iets te veel MTV dan wat anders. Positiever ben ik over The Conjuring. Misschien wel de beste thriller / horrorfilm in jaren. Een film die suggestie en sfeer laat domineren, een minder evidente narratief hanteert en gebruik maakt van zeer effectieve jump scares. In tijden van torture porn en kant-en-klare b-horror is dit een ware verluchting, ook al waren de laatste vijf minuten volstrekt onnodig. Tot slot was er ook nog het fenomenale Captain Phillips. Een Amerikaanse film die, net als Argo in 2012, eens niet bol staat van patriottisme, maar de sociale context vanuit de relevante hoeken belicht. De film heeft eveneens met Argo gemeen dat hij bloedstollend spannend is en je tot op de allerlaatste minuut op het puntje van je stoel doet zitten. Hoewel ik geen liefhebber ben van Tom Hanks, stoort hij hier allerminst en zet hij zelfs een bewonderenswaardige, doorleefde acteerprestatie neer. Van de negen Oscarfilms uit 2014 is Captain Phillips, na Her, zeker de meest boeiende.
 
Naast de blockbusters waren er ook enkele films die bedoeld waren als blockbusters maar niet, of heel nipt, uit de kosten geraakt zijn. De grote kassaflops dus. Niet meer dan terecht voor het gedrocht Jack the Giant Slayer, maar toch wat teleurstellend voor Cloud Atlas. Welja, de laatste film van de Wachowski's en Tom Tykwer kostte zo'n slordige 100 miljoen dollar - dat eruit halen zonder de steun van een grote Hollywoodstudio (de belabberde distributie van Warner Bros buiten beschouwing gelaten), is nagenoeg onmogelijk. De film zal ongetwijfeld een trouw nichepubliek krijgen, maar het valt nog af te wachten of de jaren hem zullen opwaarderen tot een tijdloze klassieker. De "love it or hate it" teneur die de film opriep, zou dat - jammer genoeg - wel eens kunnen voorkomen... Nog zo'n film die volstrekt onterecht flopte, is The Counselor. Ik ben al lang geen verdediger van Ridley Scott meer en de sterrencast van de film is ook niets waar ik hysterisch van word. Alleen is The Counselor misschien wel de grootste "fuck you!" film van 2013. Met een script van Cormac McCarthy hoeft dat natuurlijk niet te verbazen. Het staat buiten kijf dat deze film een welbepaald nichepubliek zal krijgen en over vele jaren bekend zal staan als een cultfilm. De eindeloze intellectualistische dialogen in combinatie met culturele referenties, een heuse portie shocktherapie en een nihilistische climax zijn alvast de juiste ingrediënten daarvoor.

Op thrillervlak brachten gewaardeerde regisseurs Brian De Palma, Chan-wook Park, Steven Soderbergh en Denis Villeneuve ons respectievelijk Passion, Stoker, Side Effects en Prisoners. Hoewel Stoker, Side Effects en Prisoners (en dus niet Passion) het bekijken waard zijn, bleken ze op de lange termijn zeker geen erg diepe indruk nagelaten te hebben. Stoker was vooral een festijn voor doorwinterde cinefielen, Side Effects was hier en daar vlijmscherp maar viel naar het einde toe wat in elkaar en Prisoners kwam nergens in de buurt van Villeneuves eerste, Incendies. Naast deze vier gevestigde waarden, kregen we ook nog Mama, Dark Skies, The Purge en de remake van Carrie. Vier volstrekt waardeloze thrillers die verder geen aandacht behoeven. Wanneer het echter iets meer gore mag zijn (het bloedvergieten in Carrie verbleekt erbij), zijn Evil Dead en vooral You're Next het vermelden waard. De remake van Evil Dead heeft horror weer een geheel nieuwe lading gegeven, waarin ons met vlijmscherpe voorwerpen een lesje gegeven wordt in menselijke anatomie: naalden, dissectie- en scheermesjes en verroeste zagen snijden en steken doorheen de plaatsen waar ieder mens bijna intuïtief van begint te schreeuwen - doorheen knieschijven, in oogbollen, onder vingernagels, door de tong en ga zo maar door. In You're Next gaat het er niet zo plastisch aan toe, maar staat het instinctieve wraakverhaal van een jonge vrouw garant voor voldoende hilariteit en splatter. In het horrorgenre bijna een moderne cultklassieker, zou ik durven beweren. Een kant-en-klare b-film die hier een nevenvermelding verdient, is Machete Kills. Niet echt een toevoeging aan Machete, maar in zijn stijl zo effectief als het hoort te zijn. Alleen is die stijl voor mij stilaan wat saai en voorspelbaar aan het worden...

Luchtigere en meer (tragi)komische films waren er in 2013 uiteraard ook. Te beginnen bij het oerdegelijke The Perks of Being a Wallflower, de steengoede tweede film van Martin McDonagh, Seven Psychopaths, die ons met pekzwarte humor confronteert en het uiterst charmante Safety Not Guaranteed. Dat Seven Psychopaths eigenlijk een Britse productie is, vergeet ik hier bewust even - de film bestaat namelijk grotendeels uit Amerikaanse acteurs en speelt zich integraal af in California. De zeer degelijke films van Woody Allen (Blue Jasmine) en Sofia Coppola (The Bling Ring) gaven enkele interessante inzichten in de huidige tijdgeest, maar op dat vlak was de nieuwe van Noah Baumbach (Frances Ha) toch wel de sterkste, weliswaar gelabeld met "hipster alert!". Vooral voor liefhebbers van de tv-serie Girls zal Frances Ha een welkome toevoeging zijn - het zwart-wit moet je er maar bijnemen. Andere (tragi)komische cinema kregen we met Inside Llewyn Davis (meer hipster alert!), Don Jon, The Secret Life of Walter Mitty en The Way Way Back. Vooral deze laatste bleek een onverwacht interessante film te zijn met een licht weemoedige nasmaak. Als het een iets plattere komedie mag zijn, is de absolute winnaar van 2013 This Is the End - de metaflick die zich afspeelt rond de vriendenkring van James Franco, Seth Rogen en Jonah Hill. Lachen gegarandeerd, tenminste wanneer je je gevoel voor "goede smaak" wat opzij kan zetten en de acteurs in kwestie je bekend zijn.

De drama's dit jaar waren sterk gecentreerd rond biopics, zoals Rush, Behind the Candelabra en The Fifth Estate. Allemaal verdienstelijke films, doch niets dat in mijn geheugen gegrift staat. Sociaal geëngageerde cinema kregen we dankzij The Company You Keep, Promised Land en The East. Vooral deze laatste was een trouwe en oprechte kijk (met het hart op de juiste plaats) op de eco-anarchistische groep The East, deels geïnspireerd op het Earth Liberation Front. Gus Van Sants Promised Land probeerde daarnaast via een sociaal drama de praktijk van fracking naar schaliegas aan de discussietafel te plaatsen en Robert Redford bracht de Weather Underground nog eens in de schijnwerpers met The Company You Keep. Iets minder interessante drama's waren The Place Beyond the Pines, Mud, Blood Ties, Ain't Them Bodies Saints en The Immigrant - welke gewoon allemaal té conventioneel waren en in die zin soms wat aanvoelden als dertien in een dozijn, Amerikaanse indie of niet. De enige film waar het conventionele aspect niet zorgde voor een déjà-vû effect was het aangrijpende en beklijvende What Maisie Knew; cinematografisch lang niet zo interessant als Mud of Ain't Them Bodies Saints, maar inhoudelijk des te stimulerender.

We naderen de laatste Amerikaanse films van 2013 and I saved the best for last. Dit zijn de films die als een splijtzwam het publiek in twee uitgesproken kampen verdeelden, dat van de fanboys / fangirls en dat van de haters. Laat ik aanvangen met de film waar ik me bevind in het kamp van de haters: To the Wonder. De meest recente film van Terrence Malick was voor mij niets meer dan de combinatie van esoterische voice-overs en de beeldesthetiek van parfumreclames (om Dave Mestdach even bij te treden) - wie deze vergelijking nergens op slaan vindt, nodig ik uit deze parfumreclames eens te bekijken na (of voor, zo je wil) het zien van de film: Pleasure van Estee Lauder, Muse van Oriflame Swedish Cosmetics, N° 5 van Chanel, Daisy van Marc Jacobs en Soul2Soul van Tim McGraw & Faith Hill. Ik ben géén liefhebber van de weg die Malick sinds The New World heeft ingeslagen en vind het stilzwijgen van de regisseur een teken van ongeëvenaarde pretentie. Meer woorden zal ik er niet aan wijden, want de discussie over de pro's en contra's van Malicks laatste drie films heb ik dit jaar al talloze keren gevoerd.

De film die voor mij bijna helemaal bovenaan staat wat beste Amerikaanse films van 2013 betreft, is Spring Breakers. Een film die uitgespuwd en verguisd is, maar tegelijkertijd kon rekenen op hevige bijval. In dit geval ben ik een ontegensprekelijke fanboy. Het helpt dat Harmony Korine tot mijn favoriete Amerikaanse regisseurs van het moment behoort. De film werkt als een visuele hallucinatie met een meditatief tempo en een bezwerende soundtrack - hij provoceert dus hetzelfde effect dat To the Wonder bij de Malick fans lijkt uit te lokken, alleen is Spring Breakers ontdaan van esoterische spiritualiteit en drammerige poëzie. Korines laatste is misschien wel even zweverig, maar wordt via bruut geweld (de nouvelle violence in het achterhoofd) terug met beide voeten op de grond geplaatst. Het is een film die de subjectieve beleving enorm prikkelt en vermoedelijk net daarom zo'n splijtzwam is. Hij overstijgt (in tegenstelling tot wat de trailer en promocampagne suggereren) het gemakkelijke entertainment door Korines experimentele stijl en verzekert zich daardoor van een plaats in de filmgeschiedenis (wat overigens ook opgaat voor To the Wonder), maar zal steeds onderhevig blijven aan subjectieve belevenis en dus hevige kritiek. Net zoals dat in het verleden gebeurd is met films van Alejandro Jodorowsky en David Lynch.

De topper in de categorie "Amerikaanse films uit 2013 (die bij ons in de bioscopen speelden)" was geen verrassing. Richard Linklater die de draad terug oppikt bij Before Sunrise en Before Sunset? Dat kòn gewoon niet misgaan. Met Before Midnight bracht hij ons het derde luik van één van de beste filmreeksen aller tijden - en het verhaal zit er vermoedelijk nog niet op. Het lijkt er stilaan op dat dit Linklaters levenswerk wordt. Niet meer dan terecht: de tastbare en diepmenselijke gesprekken en de weemoedige sfeer kennen geen gelijken in andere dialoogfilms. Bovendien is de oprechtheid en de openhartigheid van beide protagonisten zo bevredigend, dat je als kijker bijna een gelijkaardige transparantie in communicatie begint na te streven. July Delpy en Ethan Hawke zijn tijdloze personages aan het neerzetten en hoewel deze levensloop-cinema niet uniek is (Linklaters Boyhood verschijnt in 2014, een film die opgenomen werd over een periode van twaalf jaar!), zorgt de toegankelijkere stijl voor een meer universele appreciatie. Hoe dan ook, Linklater heeft met deze film zijn vijfde prent gemaakt die tot mijn persoonlijke "beste films aller tijden" behoort, naast de eerdere twee luiken en Dazed and Confused en Waking Life. Zijn film Boyhood is voor mij dan ook één van de meest geanticipeerde films van 2014.

Tot zover de Amerikaanse cinema. De enige Amerikaanse films die nog op het programma staan (en dus niet opgenomen werden in het bovenstaande overzicht), zijn Arbitrage, The Sessions, Disconnect, A Late Quartet en de semi-concertfilm Metallica Through the Never, ook al denk ik niet dat hier échte toppers zullen tussen zitten. Binnenkort volgt de rest van de wereld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten