Dat de Belgische cinema de laatste jaren aan een opkomst bezig is, is ondisputabel. Dat België op vlak van film meer te bieden heeft dan de gebroeders Dardenne (of, godbetert, Jan Verheyen), eveneens. Of deze twee fenomenen garant staan voor kwaliteit, is een heel andere zaak. Los daarvan, is er een andere tendens waarneembaar: de opkomst van vrouwelijke filmregisseurs.
Een kort overzichtje... Patrice Toye maakte de symbolische weg vrij met haar Rosie (1998), later gevolgd door Nowhere Man (2008) en vorig jaar nog met Little Black Spiders (2012). Dorothée Van Den Berghe volgde in haar voetsporen met Meisje (2002) en enkele jaren geleden met My Queen Karo (2009). Ook oude rot in het vak Hilde Van Mieghem nam een klein decennium geleden het roer van haar eerste film in handen, De Kus (2004), en heeft er sindsdien nog twee aan toegevoegd: Dennis van Rita (2006) en Smoorverliefd (2010). Het is echter pas sinds enkele jaren dat we de ene na de andere debutante mogen verwelkomen: Caroline Strubbes Lost Persons Area (2009), Sophie Schoukens' Marieke, Marieke (2010), Kaat Beels' Swooni (2011), Fleur Boonmans Portable Life (2011), Ilse Somers' Weekend aan zee (2012) en Amélie van Elmbts La tête la permière (2012).
Het begint de vrouwen stilaan mee te zitten, zo blijkt. Voor mij is er evenwel één regisseuse die met kop en schouders boven al deze andere cineastes uitsteekt: de Londerzeelse Fien Troch. Met Een ander zijn geluk (2005) wist ze me al te intrigeren en mijn hart werd helemaal gewonnen met haar prachtige Unspoken (2008), maar met Kid toont ze zich een regisseuse van absoluut topniveau. Hoe weet men de tristesse en desolaatheid van de Vlaemschen boerenbuiten te vatten? Troch krijgt het voor mekaar. De beeldregie is niet alleen adembenemend mooi, ook de totaal onbekende acteurs weten een sfeer neer te zetten die authentiek en toch fictief is. De tijden waarin we overladen werden met platte boerenfilms zijn - gelukkig - voorbij. Niettemin zet Kid, na Rundskop, de nieuwe vorm verder waarin ze vandaag verschijnen.
Troch wist in interviews te vertellen dat deze prent uit het oog van de 7-jaar-oude Kid zou verteld worden, mede door frequent kikkerperspectief te hanteren. We kijken dan ook nauwgezet mee met deze jonge knaap doorheen de turbulente levensperiode die hij doorstaat. Daarin worden banale gebeurtenissen ervaren als grote obstakels, terwijl heuse trauma's - in eerste instantie - lijken gerelativeerd te worden. De onhandelbare Kid is ergerlijk, hilarisch en aandoenlijk tegelijk, herkenbaar en - misschien net daarom - gênant. Wanneer zijn depressieve moeder van het toneel verdwijnt, gaat zijn houvast mee in rook op. In wat volgt krijgen we ongefundeerde rebellie en naïef escapisme te zien, zoals alleen jonge kinderen dat ervaren.
Naast alle schreeuwerige gebeurtenissen in Kids leven, is de film toch opvallend stil en traag. Hoewel 'sereen' hier beter op zijn plaats is. De surreële episodes die we zo nu en dan te zien krijgen, zijn betoverend en dromerig - vrij ongezien in Belgische cinema (behalve bij het regisseurskoppel Brosens/Woodworth). Het eindresultaat is ongetwijfeld één van de beste, meest interessante en oprechte films uit ons landje. Dat er daarnaast een aangrijpende, beklijvende verhaallijn in zit (waardoor je geen 'beeld primeert op inhoud'-geval krijgt, eigen aan zowel arthouse als commerciële cinema), brengt de film nog een trede hoger. Met zware en melancholische thema's kan je bovendien al snel op de traanklieren gaan werken. Die aanpak is verleidelijk (*kuch* The Broken Circle Breakdown *kuch*), maar Troch weet eraan te weerstaan, ondanks de meeslepende en intrieste soundtrack.
Sereniteit van het hoogste niveau in een humoristische en droeve film, welke een nieuwe standaard zet voor Belgische regisseurs. Ik zou hem aan iedereen willen aanraden, maar vermoed en vrees dat de meesten 'sereniteit' zullen ervaren als 'saaiheid'. Prove me wrong.
Een voorsmaakje:
Trailer KID
Geen opmerkingen:
Een reactie posten