Een ontboezemende introductie voor het nieuwe filmjaar
Dit nieuwe jaar gaat gepaard met heel wat veranderingen. Nu ik afgestudeerd ben en op het punt sta te gaan samenwonen, is de logische volgende stap 'beginnen werken'. Een logische stap in burgerlijke logica, maar niet in de mijne. Tenzij "werken" niet hetzelfde betekent als "geld verdienen" - dan ben ik het er geheel mee eens. Ik moet mezelf echter niets wijs maken: in burgerlijke logica is "werken" hetzelfde als "geld verdienen". So fuck that. Omdat ik niet graag met niets bezig ben en werkloosheid een geheel nieuw vacuüm creëert waarin "niets doen" een zéér reële lading begint te dekken, nam ik me onder meer voor deze filmblog nieuw leven in te blazen. Vandaar de regelmatige updates de voorbije drie maanden.
Wanneer een mens de tijd en energie voor handen heeft, begint ie daarnaast ook al wel eens na te denken. Over kleine dingen die kunnen ontwikkelen naar iets grotere dingen bijvoorbeeld. Zo speelde het idee om een film- of cultuurwebsite vanuit deze blog te starten in mijn hoofd, zeker nu Filmmagie steeds steviger begint gebukt te gaan onder de besparingsgolven in het cultuurbeleid. Die steeds groter wordende leegte, werd niettemin al even snel opgemerkt door andere initiatiefnemers. Urgent.fm startte begin 2011 met de website Supercalifragilistic (in het verlengde van hun gelijknamige radioprogramma), eind 2012 ging The Observants van start (door vier anonieme bloggers) en begin 2013 kwam het ambitieuze Sabzian van grond (door zeven filmmakers) dat in februari 2014 haar officiële lancering kende in Brussel. Hoewel ik pleit voor een samenbundeling van krachten (in onafhankelijke zin weliswaar), is het niet evident om je als jonge initiatiefnemer een weg te banen in het reeds bestaande (film)circuit - zeker wanneer je studies niet voor zich spreken (moraalwetenschappen vs. film, say what?).
Ondertussen zijn er allemaal andere ideeën door mijn hoofd beginnen spoken, maar niets om jullie nu mee lastig te vallen. Terug naar deze blog dus. In wat volgt wil ik een poging doen om een (relatief) unieke invalshoek te belichten, waarin mijn studies, (materiële) context en passie samenvallen. Het helpt om die invalshoek te duiden via een ontboezemend schrijven.
Het medium film in politiek-economische context
Dit nieuwe jaar gaat gepaard met heel wat veranderingen. Nu ik afgestudeerd ben en op het punt sta te gaan samenwonen, is de logische volgende stap 'beginnen werken'. Een logische stap in burgerlijke logica, maar niet in de mijne. Tenzij "werken" niet hetzelfde betekent als "geld verdienen" - dan ben ik het er geheel mee eens. Ik moet mezelf echter niets wijs maken: in burgerlijke logica is "werken" hetzelfde als "geld verdienen". So fuck that. Omdat ik niet graag met niets bezig ben en werkloosheid een geheel nieuw vacuüm creëert waarin "niets doen" een zéér reële lading begint te dekken, nam ik me onder meer voor deze filmblog nieuw leven in te blazen. Vandaar de regelmatige updates de voorbije drie maanden.
Wanneer een mens de tijd en energie voor handen heeft, begint ie daarnaast ook al wel eens na te denken. Over kleine dingen die kunnen ontwikkelen naar iets grotere dingen bijvoorbeeld. Zo speelde het idee om een film- of cultuurwebsite vanuit deze blog te starten in mijn hoofd, zeker nu Filmmagie steeds steviger begint gebukt te gaan onder de besparingsgolven in het cultuurbeleid. Die steeds groter wordende leegte, werd niettemin al even snel opgemerkt door andere initiatiefnemers. Urgent.fm startte begin 2011 met de website Supercalifragilistic (in het verlengde van hun gelijknamige radioprogramma), eind 2012 ging The Observants van start (door vier anonieme bloggers) en begin 2013 kwam het ambitieuze Sabzian van grond (door zeven filmmakers) dat in februari 2014 haar officiële lancering kende in Brussel. Hoewel ik pleit voor een samenbundeling van krachten (in onafhankelijke zin weliswaar), is het niet evident om je als jonge initiatiefnemer een weg te banen in het reeds bestaande (film)circuit - zeker wanneer je studies niet voor zich spreken (moraalwetenschappen vs. film, say what?).
Ondertussen zijn er allemaal andere ideeën door mijn hoofd beginnen spoken, maar niets om jullie nu mee lastig te vallen. Terug naar deze blog dus. In wat volgt wil ik een poging doen om een (relatief) unieke invalshoek te belichten, waarin mijn studies, (materiële) context en passie samenvallen. Het helpt om die invalshoek te duiden via een ontboezemend schrijven.
Het medium film in politiek-economische context
We zijn ondertussen bijna twee maanden aan het filmjaar 2014 begonnen, maar het kostte me die tijd om nog min of meer alles te zien uit 2013 dat ik wou zien. Dat hoeft op zich niet te verbazen wanneer er zo'n 350 films per jaar uitkomen tegenwoordig. Alles daarvan bekijken is dan ook uitgesloten, of toch als je ook eens graag films ziet van andere jaren. Het is enerzijds positief dat er zoveel nieuws verschijnt - het wijst op diversiteit, creativiteit en productiviteit. Tegelijk is het nog maar een fractie van wat er globaal is uitgekomen in 2013. Massaal veel releases kwamen bij ons niet in de zalen (of enkel op specifieke filmfestivals), verschenen rechtstreeks op dvd, blu-ray of op de digitale televisie of waren simpelweg nérgens te bespeuren. Het hoeft tevens niet te verbazen dat het gros van de uitgekomen films van Amerikaanse afkomst waren (goed voor ruwweg 50% van alle releases) en dat is alvast niet - laat ik meteen een open deur intrappen - omdat de kwaliteit beter zou zijn. Meer zelfs, veel van de indie cinema uit de VS kwam bij ons niet eens uit. De toegenomen kwantiteit is dus zeker en vast niet alleen positief, want zoals dat op de markt gaat, halen de films met de meeste campagne en marketing het van de kwalitatieve films - er bestaat namelijk niet zoiets als een automatisch of natuurlijk proces dat kwaliteit naar de oppervlakte doet rijzen (een liberaal dogma dat op de nodige momenten toch nog eens ontkracht mag worden). In sommige gevallen vallen kwaliteit en excessieve propaganda (want dat is marketing nu éénmaal) samen, maar voor de steeds groter wordende minderheid van mensen die film niet zien als louter entertainment en vrijetijdsbesteding, is dat zelden het geval.
De
filmmarkt is, net zoals alle andere markten, onderhevig aan
oligopolistische en zelfs monopolistische tendensen, niet in de minste
plaats gestuurd door het grote geld. De vraag van filmliefhebbers wordt
non-stop beïnvloed door het in your face aanbod van de grote
filmdistributeurs, gevestigde handelsmerken en productiebedrijven. Deze
manipulatie van de filmmarkt profileert zich als een vrije en open
markt, maar is in werkelijkheid niet veel meer dan het speelterrein van
zij die het meeste cash kunnen neerleggen of van ondernemingsgezinde
opportunisten (al dan niet met voldoende connecties in het wereldje).
Net als in alle andere sectoren faalt de liberale economie ook op de
filmmarkt. Dat moeten we niet beantwoorden met een ontmarkting van film
als cultuurproduct, maar met een onuitputtelijke kritiek op en actie
tegen alle dominante spelers en pafferige selfmade men. De
illusie dat de markt volledig vrij en toegankelijk zou zijn mits
voldoende inzet en hard werk, terwijl die in werkelijkheid al jarenlang
aan meritocratische vooringenomenheid en navelstaarderigheid lijdt, kan
op deze manier ontmaskerd worden.
Naast nietsontziende kritiek kan het ook geen kwaad om cultuur in haar geheel de depolitiseren door vanuit de culturele sector de dames en heren politici openlijk de oorlog te verklaren - ongeacht partij of kleur. Politiek is van iedereen en de culturele sector kan een rol spelen in haar te reclaimen. De enorm rijke geschiedenis van begeesterde schrijvers, cineasten en andere kunstenaars kan hier soelaas bieden, zodat platitudes à la "schoenmaker, blijf bij uw leest" voor eens en altijd gereduceerd worden tot het zwaktebod van inhoudsloze politici en hun apologeten. Rechts gebral en frustroklap waarin gescandeerd wordt dat de culturele sector en "de linkse kerk" twee zijden van één munt zijn en - uiteraard! - al die culturo's betaald worden door Vadertje Staat met het belastinggeld van hardwerkende Vlaemingen, is niet meer dan wat goedkope blamage die de culturele sector haar politieke geloofwaardigheid moet schaden (tenzij het om uitspraken gaat die door rechts gerecupereerd kunnen worden, zoals bij Jan Verheyen, De Strangers of Urbanus, dan vormt de culturele sector opeens geen bedreiging meer). Aan de huidige linkse politiek heeft de culturele sector overigens even weinig, want met corporatistische strategieën, elitarisme en een ons-kent-ons mentaliteit, is het emancipatorische, transgressieve en subversieve element dat links doorheen de voorbije eeuwen getypeerd heeft volledig uitgehold. Niet voor niets heeft n-va haar huichelachtige campagne ingezet op "anti-establishment" om zij die the powers that be beu zijn te charmeren en te overhalen om op hen te stemmen.
Het is vermoeiend om "anti-establishment" aspiraties uit het rechtse discours te krijgen (cf. de Tea Party), zeker in meer volkse middens en landelijke streken (nochtans net bij die mensen die zwaar de dupe zullen worden van rechtse politiek). Door de recuperatie en politisering van radicale aspiraties door rechts (maar evengoed door links), is een waardig extern initiatief (dat politiek wil reclaimen op de straten, bij de mensen en in de huiskamers) amper te bespeuren. Het failliet van (radicaal) links dat al sinds de vroege 1990s aanwezig is, kan in die context begrepen worden. Een front sp.a / groen / pvda+ is geen oplossing, omdat linkse politiek van bovenaf even destructief is als rechtse politiek van bovenaf. De samenwerking met kleine initiatieven en het steunen van acties (zoals pvda+ steeds meer doet), stemt tot blijdschap, maar vooralsnog is er geen reden om te juichen - ook linkse politici zullen eens aan de macht gekomen, bevangen worden door dezelfde machtsgeilheid, inherente irrationaliteit en financiële opportuniteiten van the powers that be.
Ik poog een eigen, anarchistisch, discours te vormen. Een discours dat, afhangend van de context, geuit wordt op anti-politieke of post-politieke wijze. Belangrijk hierin is dat politiek voor mij slaat op de geïnstitutionaliseerde variant en niet op het politieke denken in zijn geheel. Het politieke denken gaat namelijk véél verder dan de instituties, welke het politieke domein en concept verarmd hebben en hiermee alle radicaal democratische verzuchtingen uitgehold en onmogelijk gemaakt hebben. Rechtse aspiraties die gaan over regionalisering, kleinschalige handel en sterke sociale verwevenheid, zijn bijvoorbeeld perfect te verzoenen met linkse aspiraties over globale netwerken, duurzame economieën en solidaire weefsels. Alleen laat de politieke links-rechts dichotomie dit niet toe, ons denken wordt er als het ware door in tweeën gespleten. Anti-politiek ben ik dus wanneer het gaat over het parlement, de senaat en de regeringen, over de legislatuur, de overheden en de corporatistische aanpak van werkgeversorganisaties en vakbonden, over de supranationale instellingen en internationale handelsakkoorden - kortom over de illegitimiteit van al die beroepen die gepaard gaan met politici, lobbyisten, kabinetsleden en de talloze bedrijfs- en bureaucratische functies die daarmee verbonden zijn. Post-politiek ben ik wanneer ik de nadruk leg op de politieke legitimiteit van betogingen, protesten, rellen, opstanden, stakingen, bezettingen, demonstraties, wildplakken, hacken, klokkenluiden, ludieke provocaties, guerilla technieken, illegale zelfvoorziening, kraken, creatief vandalisme, boycots, sabotage, dienstweigering, buurtinitiatieven, informele handel, volkscomités en -raden, alternatieve netwerken, autonome acties, etc. - kortom over de toeëigening van de politieke besluitvorming en de productiemiddelen, over de verzetsstrijd via directe actiemethoden en over de afvlakking en contestatie van machtsconcentratie en -structuren.
Deze achtergrond, die ik vooral uitdiepte in mijn masterthesis, vormt de context waartegen ik film wil bekijken, analyseren en tot leven wil doen komen. Via de creatie van tegencultuur, via discursief én praktisch verzet en aan de hand van een principieel contraire ingesteldheid, kan een waarlijk alternatieve visie op filmkritiek en -cultuur naar boven komen. Die visie is niet nieuw (zie daarvoor de afbeeldingen hieronder), maar heeft vandaag dringend nood aan actualisering en bijval.
Naast nietsontziende kritiek kan het ook geen kwaad om cultuur in haar geheel de depolitiseren door vanuit de culturele sector de dames en heren politici openlijk de oorlog te verklaren - ongeacht partij of kleur. Politiek is van iedereen en de culturele sector kan een rol spelen in haar te reclaimen. De enorm rijke geschiedenis van begeesterde schrijvers, cineasten en andere kunstenaars kan hier soelaas bieden, zodat platitudes à la "schoenmaker, blijf bij uw leest" voor eens en altijd gereduceerd worden tot het zwaktebod van inhoudsloze politici en hun apologeten. Rechts gebral en frustroklap waarin gescandeerd wordt dat de culturele sector en "de linkse kerk" twee zijden van één munt zijn en - uiteraard! - al die culturo's betaald worden door Vadertje Staat met het belastinggeld van hardwerkende Vlaemingen, is niet meer dan wat goedkope blamage die de culturele sector haar politieke geloofwaardigheid moet schaden (tenzij het om uitspraken gaat die door rechts gerecupereerd kunnen worden, zoals bij Jan Verheyen, De Strangers of Urbanus, dan vormt de culturele sector opeens geen bedreiging meer). Aan de huidige linkse politiek heeft de culturele sector overigens even weinig, want met corporatistische strategieën, elitarisme en een ons-kent-ons mentaliteit, is het emancipatorische, transgressieve en subversieve element dat links doorheen de voorbije eeuwen getypeerd heeft volledig uitgehold. Niet voor niets heeft n-va haar huichelachtige campagne ingezet op "anti-establishment" om zij die the powers that be beu zijn te charmeren en te overhalen om op hen te stemmen.
Het is vermoeiend om "anti-establishment" aspiraties uit het rechtse discours te krijgen (cf. de Tea Party), zeker in meer volkse middens en landelijke streken (nochtans net bij die mensen die zwaar de dupe zullen worden van rechtse politiek). Door de recuperatie en politisering van radicale aspiraties door rechts (maar evengoed door links), is een waardig extern initiatief (dat politiek wil reclaimen op de straten, bij de mensen en in de huiskamers) amper te bespeuren. Het failliet van (radicaal) links dat al sinds de vroege 1990s aanwezig is, kan in die context begrepen worden. Een front sp.a / groen / pvda+ is geen oplossing, omdat linkse politiek van bovenaf even destructief is als rechtse politiek van bovenaf. De samenwerking met kleine initiatieven en het steunen van acties (zoals pvda+ steeds meer doet), stemt tot blijdschap, maar vooralsnog is er geen reden om te juichen - ook linkse politici zullen eens aan de macht gekomen, bevangen worden door dezelfde machtsgeilheid, inherente irrationaliteit en financiële opportuniteiten van the powers that be.
Ik poog een eigen, anarchistisch, discours te vormen. Een discours dat, afhangend van de context, geuit wordt op anti-politieke of post-politieke wijze. Belangrijk hierin is dat politiek voor mij slaat op de geïnstitutionaliseerde variant en niet op het politieke denken in zijn geheel. Het politieke denken gaat namelijk véél verder dan de instituties, welke het politieke domein en concept verarmd hebben en hiermee alle radicaal democratische verzuchtingen uitgehold en onmogelijk gemaakt hebben. Rechtse aspiraties die gaan over regionalisering, kleinschalige handel en sterke sociale verwevenheid, zijn bijvoorbeeld perfect te verzoenen met linkse aspiraties over globale netwerken, duurzame economieën en solidaire weefsels. Alleen laat de politieke links-rechts dichotomie dit niet toe, ons denken wordt er als het ware door in tweeën gespleten. Anti-politiek ben ik dus wanneer het gaat over het parlement, de senaat en de regeringen, over de legislatuur, de overheden en de corporatistische aanpak van werkgeversorganisaties en vakbonden, over de supranationale instellingen en internationale handelsakkoorden - kortom over de illegitimiteit van al die beroepen die gepaard gaan met politici, lobbyisten, kabinetsleden en de talloze bedrijfs- en bureaucratische functies die daarmee verbonden zijn. Post-politiek ben ik wanneer ik de nadruk leg op de politieke legitimiteit van betogingen, protesten, rellen, opstanden, stakingen, bezettingen, demonstraties, wildplakken, hacken, klokkenluiden, ludieke provocaties, guerilla technieken, illegale zelfvoorziening, kraken, creatief vandalisme, boycots, sabotage, dienstweigering, buurtinitiatieven, informele handel, volkscomités en -raden, alternatieve netwerken, autonome acties, etc. - kortom over de toeëigening van de politieke besluitvorming en de productiemiddelen, over de verzetsstrijd via directe actiemethoden en over de afvlakking en contestatie van machtsconcentratie en -structuren.
Deze achtergrond, die ik vooral uitdiepte in mijn masterthesis, vormt de context waartegen ik film wil bekijken, analyseren en tot leven wil doen komen. Via de creatie van tegencultuur, via discursief én praktisch verzet en aan de hand van een principieel contraire ingesteldheid, kan een waarlijk alternatieve visie op filmkritiek en -cultuur naar boven komen. Die visie is niet nieuw (zie daarvoor de afbeeldingen hieronder), maar heeft vandaag dringend nood aan actualisering en bijval.
Deze
(kleine) uitweiding achtte ik noodzakelijk voor zij die film, en mijn
schrijven hierover in het bijzonder, in een context willen plaatsen.
Een persoonlijke noot over filmkritiek en -cultuur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten